Het Geheim
Een van de gangbare denkbeelden over de Vrijmetselarij zonder onderscheid van obediëntie is dat zij een geheim genootschap is. Hieraan hecht men verscheidene betekenissen. De meest verspreide is deze van een occulte en geheimzinnige organisatie die er naar streeft een geheime invloed uit te oefenen op de politieke gebeurtenissen, op de maatschappij, op het burgerlijk gezag. Aldus kent men ten onrechte aan de Vrijmetselaren van de XVIIIe eeuw het vaderschap van de Franse Revolutie toe en schrijft men een aantal betreurenswaardige gebeurtenissen aan de verborgen actie van de vrijmetselaren toe. Sommigen hebben haar in hun rijke verbeelding een rol toebedeeld, die anderen aan de Joden of de Jezuïeten voorbehouden hebben: een opvatting die eigen is aan het Europese vasteland en veel vrijmetselaren tot vijanden heeft gemaakt, zelfs tot bloedige vervolgingen aanleiding heeft gegeven. Steeds in verband met het maçonnieke geheim beweren anderen dat Loges nesten zijn van samenzweerders, een politieke maffia. waar politiek gekonkel en commercieel geknoei schering en inslag zijn. Ten slotte worden de Loges vaak in verband gebracht met zedeloosheid en maatschappelijke subversie.
De waarheid is veel eenvoudiger. Zij zal wellicht hen ontgoochelen, die zich aangetrokken voelen tot vergezochte of diabolische avonturen en verdachte geheimdoenerij. De reguliere vrijmetselarij heeft slechts één enkel geheim: het initiatieke geheim. De maçonnieke Constitutie van de reguliere vrijmetselaren verplicht hen tot een oprechte trouw aan hun land en aan het wettelijk gezag. De reguliere vrijmetselarij onthoudt zich bovendien van elke inmenging in hedendaagse problemen en geschillen. Zij neemt geen stelling ten aanzien van “profane” aangelegenheden, welke ze ook mogen zijn. Zij denkt er dus niet aan in politieke twisten tussenbeide te komen, sociale of morele waarden omver te werpen of degenen aan het bewind te brengen, die haar doeleinden zouden verwezenlijken. De reguliere vrijmetselarij is er slechts om bezorgd zo goed mogelijk haar rol van inwijdingsgenootschap te spelen. Zij oefent alleen invloed uit op degenen, die zich door de initiatie, door het rituaal en de symboliek aangetrokken voelen tot de spirituele progressie die in de inwijding zelf is vervat.
De inwijdelingen wordt geen enkel “geheim” onthuld, geen enkel duister plan tot hervorming van de wereld, geen theologisch onderricht, geen sleutel tot de mens of de wereld. De vrijmetselarij bezit zo’n geheim niet zij zou het dus niet aan haar leden kunnen mededelen. Zij bezit nochtans haar Geheim, het geheim van de maçonnieke ervaring. Maar dit Geheim is onmededeelbaar, omdat het onuitspreekbaar is. Geen enkel boek, geen enkel rituaal, geen enkel getuigenis kan dit Geheim ontsluieren, want de initiatieke boodschap wordt door elk van ons op verschillende wijze ontvangen en beleefd. Een eenvormige beschrijving van dit Geheim is dus volstrekt onmogelijk.
Een Franse tekst van 1750 zegt het :
“Le secret de la maçonnerie est inviolable par sa propre nature, puisque “le maçon qui le sait ne le sait que pour l’avoir deviné. Il ne l’a appris de personne. Il l’a découvert à force d’aller en Loge, d’observer, de raisonner, de déduire. Lorsqu’il y est parvenu, il se garde bien de faire part de sa découverte à qui que ce soit, fut-ce son meilleur ami maçon puisqu’il n’a pas eu le talent de le pénétrer, il n’aura pas non plus celui d’en tirer parti en l’apprenant oralement. Ce secret sera donc toujours un secret. “
Ieder vrijmetselaar beleeft het maçonnieke geheim in het geheim van het eigen wezen. Ook al zou hij dit Geheim willen verraden, hij zou het niet kunnen. Evenmin zou hij het eigen, intieme wezen, het mysterie van de persoonlijke eigenheid kunnen kenbaar maken. Ten slotte ook baadt het maçonnieke leven in een bijzonder klimaat : de maçonnieke broederlijkheid schept een morele gevoelswereld, die uiteraard de profaan vreemd blijft. De vrijmetselaren van de XVIIIe eeuw wisten het, die zongen :
“Pour le public un Franc-Maçon
Sera toujours un vrai problème
Qu’il ne pourra résoudre à fond
Qu ‘en devenant Maçon lui-même.”
Ten slotte weze aangestipt, dat de vrijmetselarij geen geheim genootschap, maar een besloten gemeenschap is, die niet voor iedereen toegankelijk is. De discretie is bovendien de regel. Over zijn Loge zal elke vrijmetselaar zeer discreet zijn. Dit is een maçonnieke plicht. Waarom? Niet om enige samenzwering te verhullen, maar omdat de aard zelf van de maçonnieke activiteit buiten het openbaar domein valt: men loopt met zijn intiemste gevoelens en ervaringen niet te koop.
Daarbij komt dat het in sommige landen zoals België – mede door historische omstandigheden – niet aanbevelenswaardig is zijn lidmaatschap van een vrijmetselaarsloge bekend te maken. Er heersen nog te veel vooroordelen, er zijn nog sporen van anti-maçonnieke campagnes en teveel vrijmetselaren zijn als slachtoffers van dictatoriale regimes gevallen, opdat de openbaarheid zou hersteld worden, zoals zij in sommige andere landen steeds van toepassing is geweest.
R.L. La parfaite Fraternité, nr. 20 – O. Mons