Reguliere Grootloge van België

De Constitutie legt met nauwgezetheid de beginselen vast van de regulariteit, waarbij de Reguliere Grootloge zich wenst aan te sluiten.

Deze Constitutie verklaart o.m.:

1. De Vrijmetselarij bevestigt het bestaan van God, Opperwezen, dat zij aanduidt met de naam Opperbouwmeester van het Heelal. Zij eist van al haar leden dat zij deze bevestiging aannemen. Deze eis is absoluut en kan niet het voorwerp uitmaken van enig compromis of voorbehoud. De Vrijmetselarij definieert het Opperwezen niet en laat eenieder de absolute vrijheid om er zich een mening over te vormen.

2. De Vrijmetselarij is een inwijdingsgenootschap dat door zijn symbolisch onderricht de mens geestelijk en moreel verheft en aldus bijdraagt tot de vervolmaking van de mensheid door de toepassing van een ideaal van vrede, liefde en broederlijkheid.

3. Alle Vrijmetselaarsarbeid wordt verricht ter ere van de Opperbouwmeester van het Heelal en in aanwezigheid van de drie Grote Lichten van de Vrijmetselarij : het Boek van de Heilige Wet onder Passer en Winkelhaak, waarop alle beloften en verbintenissen worden afgelegd.

Het gaat erom de oorsprong en de traditionele maçonnieke idealen uit te drukken, die als grondslag van de Reguliere Grootloge van België dienen.

Zij legt vanzelfsprekend de klemtoon op het initiatiek en spiritualistisch karakter van de vrijmetselarij, geheel los van de betwistingen die de buitenwereld verdelen. Zulks behelst de uitdrukkelijke verwijzing naar de Godheid, het initiatiek zoeken op de weg van de spiritualiteit, het verbod van politieke of godsdienstige twistgesprekken in de Loge, het verbod aan de werkzaamheden van niet-erkende obediënties deel te nemen.

Sommigen zullen zulks wellicht als een strenge regel bestempelen. Zij beantwoordt echter aan een wereldwijd aanvaard beginsel buiten hetwelk er geen maçonnieke traditie bestaat.

Op grond van het wezenlijk initiatiek karakter van hun activiteit kunnen de vrijmetselaren van de Reguliere Grootloge van België geen bezoekers toelaten die de “Landmerken” van de reguliere vrijmetselarij niet aanvaarden. Bezoekers zouden immers bezwaarlijk aan werkzaamheden kunnen deelnemen, waarvan zij de grondslag niet onderschrijven. Anderzijds nemen de leden van de Reguliere Grootloge ook geen deel aan de bijeenkomsten van niet-erkende vrijmetselaren. Het betekent niet dat deze vrijmetselaren op het menselijk vlak worden verworpen of afgewezen. Deze houding vloeit gewoon voort uit het karakter zelf van de Koninklijke Kunst : een maçonnieke zitting is niet zomaar een vergadering van vrienden en kennissen, zij is een initiatieke gebeurtenis. Wie het onderscheid kan maken tussen de sacrale ruimte waarin de Loge werkt en de profane ruimte van de buitenwereld, begrijpt ook de zin van de grens tussen zijn (reguliere) Loge en de buitenwereld. Wil hij betrekkingen aanknopen en vriendschapsbanden onderhouden met profanen of niet-regelmatige vrijmetselaren, dan moet zulks elders gebeuren dan in het maçonniek verband.

De maçonnieke traditie laat slechts mannen tot de inwijding toe. Dit is geen uiting van vrouwenhaat, maar de strenge toepassing van initiatieke regels en gebruiken, die ouder zijn dan de vrijmetselarij zelf. Er bestaan trouwens maçonnieke organisaties die bestemd zijn voor vrouwen en soms zelfs uitsluitend voor vrouwen. Evenals andere irreguliere obediënties, verdienen zij waardering.

De Reguliere Grootloge van België telt in 2012 54 Loges.

RGLB – GLRB – RGLB